Oho, die klok
Column door Herm Jan Brascamp
In dit kampioenschap proberen we eindeloos lange partijen te vermijden door na 75 zetten over te gaan van 25 zetten per uur naar 1 zet per 20 seconden. Verwerpelijk!
Kan een partij ooit te lang duren? Ja, als je de zaal voor niet meer dan zes uur hebt afgehuurd, of als de tweede ronde van de dag moet wachten en wachten op de afloop van dat monstereindspel, of als de burgemeester er al uren zit voor de prijsuitreiking: lastig.
Niets aan te doen, een partij van 125 zetten duurt nu eenmaal 10 uur.
Voor dit NK hebben we daar het volgende op gevonden. Na 75 zetten, zes uur, wordt het normale speeltempo afgebroken en gaat de klok over op het toekennen van 20 seconden voor iedere zet. Dat is winst, een partij van 125 zetten duurt dan slechts 6 uur 33 minuten en 20 seconden.
Toch een slecht idee. Die enkele legendarische partij, wie weet wanneer hij weer voorbijkomt, verdient alle ruimte. Op 21 januari 2006 kwam hij voorbij in Huissen: Gérard Jansen – Hein Meijer 2-0, 115 zetten, 4 uur en 34 minuten tegen 4 uur en 58 minuten. Ongelooflijk bijzonder was daarbij, dat na 44 zetten de gevreesde Woldouby-stelling bereikt was. Is die stelling remise of is hij verloren voor de verst vooruitgeschoven partij? Sinds de jaren 20 is de mening daarover nogal vaak heen en weer geslingerd, om en om werden een remise en een winst weerlegd. Tot 21 januari 2006 was de mening al en jaar of dertig: remise dank zij het tripel-offer van Kosminski. Maar goed, Jansen had een nieuw winstplan bedacht en hij kreeg uitgerekend in een beslissende strijd om het landskampioenschap de gelegenheid, het in de praktijk te brengen. Met succes! Dank zij zijn overwinning bevocht Huissen een 10-10 tegen Hiltex Amsterdam. Daarmee bleef Hiltex in de eindstand een punt achter bij kampioen Van Stigt Thans Schiedam.
Wat is sindsdien de mening over de Woldouby-stelling? Onbekend! Leest u de besprekingen door Ton Sijbrands en Erik van Dusseldorp van de mirakelpartij. Onder “woldouby stelling” op Google vindt u ze bovenaan. Bij Van Dusseldorp vindt u ook het bovengenoemde tripeloffer.
Maar ja, wat heet tegenwoordig onbekend. Er is een zeven-stuken-database waarin van alle (alle!) posities met 7 stukken de uitslag opgeslagen staat, met (als die er is) de kortste winstgang. Maar niemand heeft al die posities bekeken en er zijn veel posities die door niemand bekeken zijn. Bovendien heeft Jansen in de cruciale stand vijf dammen tegen twee dammen en een schijf voor Meijer. Hoe ver zijn we verwijderd van de acht-stuken-database?
We dwalen af. Sijbrands eindigde zijn bespreking met vijf vragen over het Jansen-Meijer-eindspel, met als belangrijkste: Is Woldouby gewonnen?
Goed, daar ging het ook niet om. Stel nu eens dat we dit alles gemist hadden door dat 20 seconden-idee. Ondenkbaar! En wie weet wanneer zo iets geweldigs opnieuw gebeurt. Natuurlijk moeten we daar voortdurend voor open staan. Wat is er mooier dan het volledig uitspelen van een eindspel? Weg met die 20 seconden!
Nog een kleinigheidje. Doet de klok wat wij willen? We hopen, dat hij de 20 seconden begint bij te tellen na 75 zetten. We vrezen, dat hij dat begint te doen op het moment dat de eerste speler zijn drie uur vol heeft. Ook eerlijk, maar wel wat anders.