Goede manieren
Een verbluffende nederlaag van Kees Thijssen was het dinsdag tegen Auke Scholma. Voor de toeschouwer leek het, alsof Thijssen zich niet wilde neerleggen bij een minremise. Maar zo zat het niet. De kwestie was: hoe kom je op een nette manier een plus-minremise overeen?
Goede manieren bij een gewone remise zijn, dat de minder staande partij die niet hoort aan te bieden. Degene die naar winst streeft, ziet op een gegeven moment van zijn pogingen af en stelt remise voor.
Bij een plus-minremise is dat nog niet uitgekristalliseerd. Is het correct als de mindere partij aangeeft, dat hij accoord gaat met een minremise? In een stand met verlieskansen niet, als de stelling “pot-remise is” wel, zou je denken.
Dat is niet zo’n nuttige opmerking, is een drie om één pot-remise?
In ieder geval: het was vanuit die overwegingen dat Thijssen het aanbod van Scholma afwachtte. Scholma zweeg, omdat de voorsprong van drie schijven, hoewel onvermijdelijk, nog niet bereikt was.
Spraakverwarring zonder woorden.
Scholma speelt een drie tegen één niet door, maar zijn winst op Evert Dollekamp tijdens het NK van 1991 in Drachten komt weer even bovendrijven. Dollekamp offerde zijn schijf te snel in een stand van drie dammen tegen een dam en een schijf.
Herm Jan Brascamp